donderdag 6 februari 2014

Nimf

Ik was al in nadagen; rimpels en grijs en gelooid
toen op een feest ooit ergens in de mistral
plotseling een jonge nimf

Blootsvoets voor me stond

Fris als mei en blond als juli
met lokken wapperend als zeewier
met kersenlippen, die 'roomijs' zeiden

Blootsvoets en lachend

Ik was al in nadagen
toen ze zomaar mijn hand nam
en me wegtrok uit het mensenfeest    

Door de opwindende duisternis werd ik geleid
door het eeuwige woud
en dan naar wuivend gras

De gehaaste strelingen waren rood en zacht
grote vogels krijsten door de nacht

En dan op koele plekken van gras en mos
haar gefluisterde onverstaanbaarheden in mijn oor
Haar mond haar stem haar geur

Welk een langvergeten verlangen
werd me gegeven

Een reis door een leven
een ongekend inzicht

De ochtend was mistig en koud
voor me stonden zwarte kalveren
hun asem, hun nieuwsgierige blik en het getrap van hoeven
In mest en drek en stallen was ik ontwaakt

Natuurlijk, ik sloeg het kruis
Maar wie was zij? Waar was ze gebleven?
En toch ook: wat deden we in de dagen onder de zon?