Cipressen cipressen
stad van cipressen
Als de middagzon op de slapende katten valt
leg ik mijn lippen in het zand
Witte muren wuiven
Heel mijn leven heb ik gewoond
in de schemerbossen van het noorden
op gronden nat en kil
in holen
Oude guirlandes waaien
Siesta van de turquoise hemel
komt in me
laat gebeuren dat het verdrijft
In het paradijs
Ik zie bebaarde apothekers, apostelen en morfinespuiten
het wit van hun lange jassen
de strengheid van hun blik
Cipressen cipressen
stof trekt door de straten
Ik roep het uit:
Mijn duivel leeft in het varken nu!
Mijn duivel leeft in het varken nu!