In die middagen van het liefdevolle oog Met tussen oude muren het smetteloos wit van de lakens het bed in de boenwassenlucht Het aangenaam ziek zijn tussen zusters en dokters die in gangen en zalen met geflirt en gelach In die middagen dat genezing kon wachten waarin smart uitgesponnen lust werd toen wij met onze verstrengelde lichamen in een koortsen rozensneeuw In die middagen toen het felle licht door de hoge ramen Het stof liet dansen boven ons ziekelijk geluk en het verontrust bezoek al lang weg was In die middagen