De dingen woeien hard voorbij
Maar we kruipen
we kruipen nu door de nacht
wij zielen
En het is de zon, Hannah,
het is de zon
Het is de zon van de nacht die ons beschijnt
De trooster die ons na alle ruwheid het poetisch leven gaf
Deze zon, Hannah, deze zon
boven het mulle zand
van de dood
Op deze trage wegen
met de kleine gele bermbloemen
de diepe waterbakken
de eenzame struikjes van de meidoorn
Waar vliegen om koeienogen cirkelen
deze trooster die ons laat samenkomen
deze zon, Hannah
Je haar glanst
je mond danst
ik kus je zilveren hals
Grandioze nacht van het groen
verdovende stilte
ik noem je naam
ik noem eindelijk je naam