dinsdag 24 september 2013

Los



Toen die dag

Helder en groen 

Wij dreven tussen het stille
Riet en de gele plomp

Toen de zon hoog stond
En het water zo diep

En wij in die sloep
Wij alleen in onze sloep
Met de spanen los in onze handpalmen
Drijvend op dat grote meer

Met in de schitteringen
Zwarte zwanen zwemmend
Zo koel zo traag

Voelden we dat
Dat we langzaam maar zeker

En onze ogen braken niet
En onze tongen spraken niet
Toen alleen nog een dwazig kijken
Over de rimpelingen

Hoog was de zon
Diep was het water

Dat we langzaam maar zeker raakten

In het drijven en kijken
In het klotsen van het water
En de bellen die kropen

Dat we los

Zo los

zondag 1 september 2013

Brussel, 21 juni 1979, 21.15 u.

Wij liepen langs een oude muur
Overwoekerd door klimop
Vergeten plek
Aan de drukke boulevard

Zwerfvuil
Slingerde zich voort
Op weg naar
Een toevalsbestemming

En terwijl de dag zich naar
Een eind regende
Spraken wij met jeugdige overmoed
Over onze plannen

Niet beseffend de wijdte
Van de zee van willekeur
Die onze eigen drijfrichting
Zou bepalen

Waar ben je gebleven?