zaterdag 15 september 2012

Geheimen


Een andere keer lagen we bij de rozenstruik
tegen de lange muur, daar aan de zuidkant
Onder een hemel met een enorme zon
waren we slechts in lendedoek gehuld

De rozen geurden de eeuwigdurende liefde

Terwijl de dag zich zong naar de avondschemer
kropen over onze jonge ruggen vreemde rode insecten
We moeten gesproken hebben!

Glasscherven glimlachten in het grind

De rozen geurden fragmenten uit een zoet hierna

Maar diep onder het huis
ronkten de pompen onrustbarend,
lekten de kranen en leidingen,
brokkelende het beton

En wij, wij hadden er geen weet van