maandag 27 juni 2011

Genese

 
 
 
Van het groen in het blauw
wiegt het huis in de stroom
van het dal dat je doet dralen
 
In een enorm rood rusten hier
onvoorstelbare taboes en zwarte verboden
maar ook het latere oplossen
in een compleet vaalgrijs
 
Geen van ons weet van de okeren
boom die woorden laat vallen als rijp fruit
niemand weet van niemand
en zekere atmosferen zijn onvermoed
 
Kwamen ze uit een langdurig paars nevelland
de maat- en willoze berichten?
 
In de natte zon wapperden fletse vlaggetjes
en mannen zaagden bomen in de mist toen er zich achter
het slaapkamerraam van een kleine hond
een geheime zelfwording voltrok

donderdag 9 juni 2011

Negentienvierenzestig

 
 
Je spijkert de flessedoppen tegen
de balk aan de achterkant van de schuur
als marihuanarokend Amsterdam
feestviert.
Voor jou de stille rite in een regenbui.
Je hebt gisteren in
het rode avondland van Keppel
de rooiende boeren gezien.
Achter op vaders fiets zat je.
Nog hoor ik de kwakende kikkers
onder in de put.
Nog huist er in het hoofd
geen vijand.