donderdag 24 november 2011

Groot geel

 
Groot geel op het glooiend veld
Groot geel ons speelgoedkarretje is vol
We duwen het zwaar
we duwen het onaangenaam zwaar
 
Hier staan wat sprieten
Daar staat wat kruid
Een rode regen
valt uit het onpeilbaar blauw
 
We groeten de mieren
en trappen ze dood
zeggen hoi tegen boer Gert
zeggen hoi tegen boer Jan
 
'Zie ginds,' zeg je, 'de zwarte veulens
van Federico, zie hoe ze draven!'
 
Ach we zochten troost
maar wisten nauwelijks hoe
 
Groot geel
We gingen naar het woud
naar het hol van de vos
naar de burcht van de das
 
Groot geel geur van het koolzaad
we vonden de droom
van de diepe aarde
en keerden nooit terug
 
We zongen slechts:
'pam' 'pam' 'pam' 'pam' 'pam' 'pam' 'pam' 'pam'
 

vrijdag 18 november 2011

Emmerich

hangend staal
roze

de hemelen

vrijdag 4 november 2011

Voor altijd

Ergens achter de aldagen
onder de luchten van het blauwe nooit
wil ik je zeggen

Ergens bij de sloten
waarin de zonnen schenen
diep in het water
zal ik je zeggen

Ligt onder vers lentegras
ligt onder zand van van oker
een tong verborgen

Zoek mijn jongen, zoek de tong
graaf je nagels zwart
geef niet op
en vind!

Maak je lippen nat
en spreek de wereld toe

Spreek ontroering

Opdat de rode sproetenmeisjes en de kleine zachte dieren
zullen luisteren,
je zullen kussen
en likken

En ergens zal ik
denken de bloesems
denken de latere tijden

Zal ik zeggen dat ik goed aan sterren hang
zal zweven en zwieren
en goed aan sterren hang

Ach, jongen, mijn jongen