Geen getal
Er is geen getal broeder dat ik je geven kan Maar laat ik je dit zeggen Toen de snijdend gure wind de kop opstak verschool ik me in kreupelhout Lang heb ik er gezeten en ik bespiedde een wereld waaraan ik geen deel had Tegelijkertijd zag ik de borrelende onderstromen in het zwarte diep Troebel en gedachteloos eerst nog Maar later na heftige uitbarstingen -o hoe wild kropen de woorden!- was het soms zo helder zo helder Ik school onder kreupelhout En toen de klok het uur sloeg voelde ik de schone pijn van een gekwelde ziel Ik zong kinderwijsjes en liep aan vaders hand langs een vergeten rivier Maar nee zuster er is geen getal dat ik je geven kan