Met mijn wagentje van pijn
ben ik langs de oude bermen gegaan
dode hazen sliepen er in bedjes van hooi
aan de verte hingen de vroege huizen en hoeven,
de vaalten, de moestuintjes zonder groente,
de slijpsteen zonder troost
vader, moeder,
ik heb gezocht
en het onvergeetbare gevonden
ik heb het kleine kind gezien
het kind dat dwaalde langs deze wegen
dat de hazen toedekte
terwijl het zachtjes kleine liedjes in hun oren stopte
er was een suizen over de kale akkers
maartstof stoof op
in de koude nawinter
uit groene flesjes heb ik verdoving gedronken
uit groene flesjes.